Iedereen kent de term Big Brother. Al is dat vandaag misschien eerder vanwege zijn connotatie met de moeder aller reality tv programma's. Iets waarvoor we - mochten we het vergeten zijn - onze noorderburen kunnen bedanken. Dank u wel dus. Grond. Hart. U weet wel.
Voor die andere Big Brother moeten we onze dankbetuigingen echter in de richting van een Engels auteur sturen, nl. George Orwell. Wat geen sinecure zal zijn als u het face to face plant te doen. Tenzij u over een spade beschikt. Of een ouija bord.
Zoals sommige onder ons waarschijnlijk weten, kwam de term Big Brother in de mainstream terecht dankzij Orwell's roman 1984, een dystopisch toekomstverhaal geschreven in 1948, waarin we hoofdpersonage Winston volgen in een totalitair geleide maatschappij in Oceanië. Big Brother zelf was in dat verhaal de mythische partijleider, wiens portretten overal in de stad hangden met als opschrift: "Big Brother is watching you".
Zoals zoveel ideeën en termen werd ook deze Orwelliaanse vondst gemeengoed en symboliseerde het al gauw het gevaar van de overheid die probeerde te snuisteren in de zaken van zijn 'onderdanen'. Wat voor een maatschappij zorgde die verlamd werd door angst.
Hoe goed het werk van Orwell ook is en hoe zeer ik het aanraad aan ieder; vandaag bevinden we ons in een realiteit die toch net iets anders is. Ja, Snowden en het NSA-verhaal gaan in die richting maar het idee waar we vandaag dieper op ingaan is net dat de echte drijver van deze evolutie niet Big Brother is, maar Big Market.
Wat had u gewenst?
Vanaf de dag dat mensen een product hadden dat ze wouden verkopen, stelde men zich één vraag: hoe zorg ik ervoor dat ik meer kan verkopen?
In tijden waarin consumptie voornamelijk bestond uit noodzaak (eten, drinken, een dak boven je hoofd,...) was deze vraag niet zo complex. Maar vanaf voor een groot deel van de bevolking - hier in het Westen dan toch - de basisnoden vervuld waren, veranderde dit model. Immers, als mensen je waren niet meer hoefden te kopen uit noodzaak, moest je hen overtuigen je producten te kopen uit begeerte. De vraag beantwoorden was het verschil tussen zakelijk succes en faillissement.
De ene dag wil iedereen een Tamagotchi om digitaal de knuffelen, de volgende dag kan het niemand een zak schelen als het digitale onding piept dat het op sterven ligt... En verliezen 500 fabrieksarbeiders in Japan hun job terwijl de Research & Development op zoek gaat naar het volgende hebbeding.
Mensen die al eens naar Mad Men hebben gekeken hebben misschien de eerste stappen van zo'n antwoord gezien. Hoe weet je wat mensen willen? Simpel: je vraagt het hen. Via telefoon, een enquête in straat, je organiseert een testvisie,... Wat vind je van product A? Zou je het kopen? Waarom wel? Waarom niet? Hoe is het beeld? Wat voel je bij die slogan? etc.
Alleen is er een probleem met deze methode. Ten eerste werkt niet iedereen mee met zo'n vragenlijsten (en na verloop van tijd daalde het aantal gewilligen drastisch) en krijg je dus maar een bepaald segment van de bevolking. En ten tweede: mensen liegen. Uit schaamte, of uit zelfverloochening. Misschien staat je vriendin naast je - natuurlijk zijn er te veel seksscènes in films - of lieg je jezelf voor dat je mits de juiste reclame eindelijk die loopschoenen zou kopen en beginnen joggen. Mensen zijn onbetrouwbaar voor marketeers.
I spy with my little eye...
En dus komen we bij de volgende stap. We vragen het niet meer aan mensen. Nee. We gaan zelf gaan kijken (of nog beter, we laten mensen het zelf ingeven) We houden bij wat mensen kopen en we catalogeren soorten mensen met soorten producten. We registreren met kortingskaarten wat er gekocht wordt in onze supermarkt zodat we gerichte reclame kunnen sturen. We analyseren onze bewakingscamera's hoe mensen zich in de winkel bewegen en bij welke producten ze blijven staan. Zijn het vooral mannen? Of vrouwen? We meten op websites bij welke onderwerpen mensen net iets langer blijven stilstaan. Wie clickt door? Wat ging viraal? Wie deelde en likete?
Big Market (het bijhouden van onze individuele gegevens door bedrijven, industrie, verkopers,...) is big business. Hoe meer data, hoe meer we gericht op zoek kunnen gaan naar trends, problemen en opportuniteiten. We kunnen inspelen, verbeteren en gerichter overtuigen.
Big Market is echter een veel complexer beest dan Big Brother. Hebben we bij die laatste nog het idee dat er een centraal gezag is dat alles bestuurt, dan is dat bij Big Market net iets anders. Vele bedrijven houden hun eigen database bij over hun eigen consumenten. Andere bedrijven specialiseren zich in het verzamelen van zo'n databases en te verkopen aan geïnteresseerden. Alles wat ze over je te weten kunnen komen. Of dacht u dat Mark Zuckerberg facebook opgericht had omdat hij niet genoeg vrienden had? Of vakantiefoto-avonden beu was?
Privawat?
Het tweede grote verschil tussen BB en BM is nog belangrijker. Waar Big Brother, mocht hij durven vragen wat je gisteren deed en met wie, argwanend zou bekeken worden, is dat bij Big Market geen probleem. Je deelt namelijk je leven op je eigen digitale social spot. Welke muziek je leuk vindt. Welke artikels. Met wie je uitging en wanneer. Wat je denkt. Of je een baaldag hebt. Wat jouw mening is over dat nieuwe programma. Waar je op reis ging of gaat.
En waarom doen we dat met zijn allen? Je privacy opgeven doe je immers niet zomaar. Nee, je maakt het 'cool'. Je installeert knopjes en reacties zodat je vrienden en kennissen kunnen reageren. Zodat het bijna een wedstrijd wordt om de meeste likes te verzamelen. En 't is toch handig om zo'n dingen te delen. Big Market zorgt in ieder geval voor gebruiksvriendelijkheid.
Op de HOPE-conferentie (een tweejaarlijkse bijeenkomst van 'hackers' en geïnteresseerden) gaf privé-detective Steven Rambam een lezing met als titel: Privacy - A Postmortem, waarin hij dieper inging op hoe Big Market zijn tentakels rondom ons brengt. En vooral hoe de meesten van ons niet stilstaan bij wat we zomaar vrij in onze computers ingeven. Wat we zoal allemaal prijsgeven (met enkele hilarische voorbeelden) En vooral, wat er met die informatie gebeurt of kan gebeuren.
Zoals zoveel ideeën en termen werd ook deze Orwelliaanse vondst gemeengoed en symboliseerde het al gauw het gevaar van de overheid die probeerde te snuisteren in de zaken van zijn 'onderdanen'. Wat voor een maatschappij zorgde die verlamd werd door angst.
Hoe goed het werk van Orwell ook is en hoe zeer ik het aanraad aan ieder; vandaag bevinden we ons in een realiteit die toch net iets anders is. Ja, Snowden en het NSA-verhaal gaan in die richting maar het idee waar we vandaag dieper op ingaan is net dat de echte drijver van deze evolutie niet Big Brother is, maar Big Market.
Wat had u gewenst?
Vanaf de dag dat mensen een product hadden dat ze wouden verkopen, stelde men zich één vraag: hoe zorg ik ervoor dat ik meer kan verkopen?
In tijden waarin consumptie voornamelijk bestond uit noodzaak (eten, drinken, een dak boven je hoofd,...) was deze vraag niet zo complex. Maar vanaf voor een groot deel van de bevolking - hier in het Westen dan toch - de basisnoden vervuld waren, veranderde dit model. Immers, als mensen je waren niet meer hoefden te kopen uit noodzaak, moest je hen overtuigen je producten te kopen uit begeerte. De vraag beantwoorden was het verschil tussen zakelijk succes en faillissement.
De ene dag wil iedereen een Tamagotchi om digitaal de knuffelen, de volgende dag kan het niemand een zak schelen als het digitale onding piept dat het op sterven ligt... En verliezen 500 fabrieksarbeiders in Japan hun job terwijl de Research & Development op zoek gaat naar het volgende hebbeding.
Mensen die al eens naar Mad Men hebben gekeken hebben misschien de eerste stappen van zo'n antwoord gezien. Hoe weet je wat mensen willen? Simpel: je vraagt het hen. Via telefoon, een enquête in straat, je organiseert een testvisie,... Wat vind je van product A? Zou je het kopen? Waarom wel? Waarom niet? Hoe is het beeld? Wat voel je bij die slogan? etc.
Alleen is er een probleem met deze methode. Ten eerste werkt niet iedereen mee met zo'n vragenlijsten (en na verloop van tijd daalde het aantal gewilligen drastisch) en krijg je dus maar een bepaald segment van de bevolking. En ten tweede: mensen liegen. Uit schaamte, of uit zelfverloochening. Misschien staat je vriendin naast je - natuurlijk zijn er te veel seksscènes in films - of lieg je jezelf voor dat je mits de juiste reclame eindelijk die loopschoenen zou kopen en beginnen joggen. Mensen zijn onbetrouwbaar voor marketeers.
I spy with my little eye...
En dus komen we bij de volgende stap. We vragen het niet meer aan mensen. Nee. We gaan zelf gaan kijken (of nog beter, we laten mensen het zelf ingeven) We houden bij wat mensen kopen en we catalogeren soorten mensen met soorten producten. We registreren met kortingskaarten wat er gekocht wordt in onze supermarkt zodat we gerichte reclame kunnen sturen. We analyseren onze bewakingscamera's hoe mensen zich in de winkel bewegen en bij welke producten ze blijven staan. Zijn het vooral mannen? Of vrouwen? We meten op websites bij welke onderwerpen mensen net iets langer blijven stilstaan. Wie clickt door? Wat ging viraal? Wie deelde en likete?
Big Market (het bijhouden van onze individuele gegevens door bedrijven, industrie, verkopers,...) is big business. Hoe meer data, hoe meer we gericht op zoek kunnen gaan naar trends, problemen en opportuniteiten. We kunnen inspelen, verbeteren en gerichter overtuigen.
Big Market is echter een veel complexer beest dan Big Brother. Hebben we bij die laatste nog het idee dat er een centraal gezag is dat alles bestuurt, dan is dat bij Big Market net iets anders. Vele bedrijven houden hun eigen database bij over hun eigen consumenten. Andere bedrijven specialiseren zich in het verzamelen van zo'n databases en te verkopen aan geïnteresseerden. Alles wat ze over je te weten kunnen komen. Of dacht u dat Mark Zuckerberg facebook opgericht had omdat hij niet genoeg vrienden had? Of vakantiefoto-avonden beu was?
Privawat?
Het tweede grote verschil tussen BB en BM is nog belangrijker. Waar Big Brother, mocht hij durven vragen wat je gisteren deed en met wie, argwanend zou bekeken worden, is dat bij Big Market geen probleem. Je deelt namelijk je leven op je eigen digitale social spot. Welke muziek je leuk vindt. Welke artikels. Met wie je uitging en wanneer. Wat je denkt. Of je een baaldag hebt. Wat jouw mening is over dat nieuwe programma. Waar je op reis ging of gaat.
En waarom doen we dat met zijn allen? Je privacy opgeven doe je immers niet zomaar. Nee, je maakt het 'cool'. Je installeert knopjes en reacties zodat je vrienden en kennissen kunnen reageren. Zodat het bijna een wedstrijd wordt om de meeste likes te verzamelen. En 't is toch handig om zo'n dingen te delen. Big Market zorgt in ieder geval voor gebruiksvriendelijkheid.
Op de HOPE-conferentie (een tweejaarlijkse bijeenkomst van 'hackers' en geïnteresseerden) gaf privé-detective Steven Rambam een lezing met als titel: Privacy - A Postmortem, waarin hij dieper inging op hoe Big Market zijn tentakels rondom ons brengt. En vooral hoe de meesten van ons niet stilstaan bij wat we zomaar vrij in onze computers ingeven. Wat we zoal allemaal prijsgeven (met enkele hilarische voorbeelden) En vooral, wat er met die informatie gebeurt of kan gebeuren.
Uiteraard spreekt de man vanuit Amerikaanse context. Dus niet alles wat daar gebeurt of kan, hoeft hier te gebeuren. Anderzijds zitten we hier in België zeker niet in het Walhalla van rechten en vrijheden. In de VS is er tenminste (in theorie dan toch) iets als freedom of speech en burgerjury's. Vermoedelijk zouden die wel wat te zeggen hebben op de GAS-boetes die werden uitgereikt omwille van commentaar op een internetsite zoals in Verviers gebeurde.
Trouwens, sinds het NSA/Snowdenverhaal is het steeds duidelijker geworden dat er bij digitale spionage geen grenzen zijn. En de grote data-retainers zoals Facebook en Google zijn bij ons even gemeengoed als over de Atlantische Oceaan.
Het is een lange uitleg, maar zeker de moeite waard (al bekijk je het in stukken) over waar we technisch naartoe gaan en wat de mogelijkheid zijn van zo'n dataretentie-systemen (zoals Prism)
Of voor die ene quote van Mark Zuckerberg over zijn Facebook-gebruikers (toen hij nog een kleine garnaal was welteverstaan)
Zuck: I have over 4,000 emails, pictures, addresses, SNS
[Redacted Friend's Name]: What? How'd you manage that one?
Zuck: People just submitted it.
Zuck: I don't know why.
Zuck: They "trust me"
Zuck: Dumb fucks
Aangename man.
Tracking is trendy
Uiteraard is niet elke aankoop van een blikje pilchards reden om ons zorgen te maken en valse snorren op te plakken. Maar de gewenning die op heel korte tijd is opgetreden bij dit wegsmelten van privacy gaat ongezien hard. DNA-stalen mogen momenteel nog iets té 'in your face' zijn om door de mazen van het morele net te glippen; binnen een tiental jaar kijken we daar met zijn allen misschien anders naar. Zoals we dankzij alle social netwerking apps ook anders zijn beginnen kijken naar wat we openbaar maken.
Ten andere is het niet enkel de gewenning aan privacy-verlies die Big Market ons meegeeft. Nee, Big Market is immers een beetje de verre neef van Big Brother. Alles wat je de eerste vertelt, zal uiteindelijk via de familiale 'grapevine' terechtkomen bij die laatste. Big Market is zo een veelkoppig beest dat onze data stap voor stap toch bij Big Brother terecht weet te brengen.
En zo komen we weer bij PRISM. Via het PRISM-schandaal kwam naar buiten dat de NSA via grote bedrijven data verzamelde van individuën. Zo leerden we via de Duitse site Zeit Online dat in de source code van Windows 8 een ingebouwde mogelijkheid zat om de computer vanop afstand te controleren. Het artikel is niet het originele aangezien dit in het Duits is, maar voor Die Deutsche Leute is het een kleintje om te startpagen naar de bron. Wacht misschien niet te lang want Microsoft heeft zijn advocaten ondertussen al op de zaak geworpen.
Maar ook The Guardian berichtte over de banden tussen Microsoft en de verscheidene geheime diensten. Documenten die via Edward Snowden naar buiten kwamen toonden aan dat Microsoft de NSA hielp om web chats via Outlook te onderscheppen, pre-encryptie-toegang gaf tot email (outlook en hotmail), volledige toegang tot de gigantische cloud storage service SkyDrive van Microsoft (met meer dan 250 miljoen gebruikers) videoconferenties via Skype konden opnemen en dat dit programma (PRISM) door de NSA werd omschreven als een 'team sport' waardoor alle informatie gedeeld werd met FBI en CIA.
Al deze berichtgevingen zorgden ervoor dat de ex-chief privacy advisor die voor het bedrijf werkte van 2002 tot 2011 op een conferentie in Lausanne zei: "I don't trust Microsoft now" en aangaf dat hij zelf enkel met open source software werkte waar de onderliggende code van kan geïnspecteerd worden.
En ook Google en Facebook hoeven niet onder te doen voor Microsoft. Zo spraken we in een vorig stuk Army Dreamers al over de interessante overstap van het hoofd van DARPA naar Google. Om te weten waar DARPA zich zoal mee bezig houdt, verwijs ik u graag naar die blog. Al zijn er blijkbaar wel meer linken tussen Google en het leger zoals we konden lezen op de site pravda.ru Zo heeft Google een directe link via Keyhole Inc - what's in a name? - dat het opkocht en ons Google Earth bezorgde. Keyhole Inc. dat fondsen verkreeg via In-Q-Tel, een CIA-venture capital onderneming.
Jawel, Russisch en Pravda, dat spelt communistische propaganda, maar de basisdata lijkt te kloppen. Of Google werkelijk een zuiver CIA-instrument is, is natuurlijk iets anders.
Zo kunnen we op arstechnica.com een alternatieve uitleg voor dit verhaal vinden waarbij men zo'n linken afdoet als te flauwe aanwijzingen voor een daadwerkelijke samenwerking dan wel de oorsprong van zo'n digitale data-instrumenten.
Alleen gaat het bij die laatste wel over Facebook. En vinden we hetzelfde In-Q-Tel terug. Het lijkt trouwens sterk dat instituten als CIA, NSA en dergelijke niet zouden geïnteresseerd zijn in de schatten aan informatie die voorradig zijn. Is het dan heel vergezocht dat zo'n diensten maar al te graag zo'n bedrijven zouden helpen als ze er zelf beter van worden? Bij gebrek aan smoking gun blijft het bij speculatie. Maar dan wel van het soort dat ons aan het denken zou moeten zetten.
Ongekend is onbemind, niet onbemand
De sterkte van het anonieme internet is dat we ons veiliger wanen. Het is de reden waarom mensen dingen durven schrijven die ze in het dagelijks leven waarschijnlijk nooit zouden vertellen. Gruwelijke verwijten. Bijtende kritiek. En ook heel persoonlijke informatie.
We schrijven het in een vakje zonder er al te veel vragen bij te stellen. Zonder ooit maar na te denken wie of wat die informatie leest of verzamelt. Het is de illusie van het internet en computers dat het allemaal anoniem lijkt te maken. Data gaat in een vakje. Niet in een systeem dat continu kan geraadpleegd worden door... Ja. Door wie?
Maar wat maakt het uit? Als je niets te verbergen hebt, is er toch geen probleem? Toch?
Trouwens, sinds het NSA/Snowdenverhaal is het steeds duidelijker geworden dat er bij digitale spionage geen grenzen zijn. En de grote data-retainers zoals Facebook en Google zijn bij ons even gemeengoed als over de Atlantische Oceaan.
Het is een lange uitleg, maar zeker de moeite waard (al bekijk je het in stukken) over waar we technisch naartoe gaan en wat de mogelijkheid zijn van zo'n dataretentie-systemen (zoals Prism)
Of voor die ene quote van Mark Zuckerberg over zijn Facebook-gebruikers (toen hij nog een kleine garnaal was welteverstaan)
Zuck: I have over 4,000 emails, pictures, addresses, SNS
[Redacted Friend's Name]: What? How'd you manage that one?
Zuck: People just submitted it.
Zuck: I don't know why.
Zuck: They "trust me"
Zuck: Dumb fucks
Aangename man.
Tracking is trendy
Uiteraard is niet elke aankoop van een blikje pilchards reden om ons zorgen te maken en valse snorren op te plakken. Maar de gewenning die op heel korte tijd is opgetreden bij dit wegsmelten van privacy gaat ongezien hard. DNA-stalen mogen momenteel nog iets té 'in your face' zijn om door de mazen van het morele net te glippen; binnen een tiental jaar kijken we daar met zijn allen misschien anders naar. Zoals we dankzij alle social netwerking apps ook anders zijn beginnen kijken naar wat we openbaar maken.
Ten andere is het niet enkel de gewenning aan privacy-verlies die Big Market ons meegeeft. Nee, Big Market is immers een beetje de verre neef van Big Brother. Alles wat je de eerste vertelt, zal uiteindelijk via de familiale 'grapevine' terechtkomen bij die laatste. Big Market is zo een veelkoppig beest dat onze data stap voor stap toch bij Big Brother terecht weet te brengen.
En zo komen we weer bij PRISM. Via het PRISM-schandaal kwam naar buiten dat de NSA via grote bedrijven data verzamelde van individuën. Zo leerden we via de Duitse site Zeit Online dat in de source code van Windows 8 een ingebouwde mogelijkheid zat om de computer vanop afstand te controleren. Het artikel is niet het originele aangezien dit in het Duits is, maar voor Die Deutsche Leute is het een kleintje om te startpagen naar de bron. Wacht misschien niet te lang want Microsoft heeft zijn advocaten ondertussen al op de zaak geworpen.
Maar ook The Guardian berichtte over de banden tussen Microsoft en de verscheidene geheime diensten. Documenten die via Edward Snowden naar buiten kwamen toonden aan dat Microsoft de NSA hielp om web chats via Outlook te onderscheppen, pre-encryptie-toegang gaf tot email (outlook en hotmail), volledige toegang tot de gigantische cloud storage service SkyDrive van Microsoft (met meer dan 250 miljoen gebruikers) videoconferenties via Skype konden opnemen en dat dit programma (PRISM) door de NSA werd omschreven als een 'team sport' waardoor alle informatie gedeeld werd met FBI en CIA.
Al deze berichtgevingen zorgden ervoor dat de ex-chief privacy advisor die voor het bedrijf werkte van 2002 tot 2011 op een conferentie in Lausanne zei: "I don't trust Microsoft now" en aangaf dat hij zelf enkel met open source software werkte waar de onderliggende code van kan geïnspecteerd worden.
En ook Google en Facebook hoeven niet onder te doen voor Microsoft. Zo spraken we in een vorig stuk Army Dreamers al over de interessante overstap van het hoofd van DARPA naar Google. Om te weten waar DARPA zich zoal mee bezig houdt, verwijs ik u graag naar die blog. Al zijn er blijkbaar wel meer linken tussen Google en het leger zoals we konden lezen op de site pravda.ru Zo heeft Google een directe link via Keyhole Inc - what's in a name? - dat het opkocht en ons Google Earth bezorgde. Keyhole Inc. dat fondsen verkreeg via In-Q-Tel, een CIA-venture capital onderneming.
Jawel, Russisch en Pravda, dat spelt communistische propaganda, maar de basisdata lijkt te kloppen. Of Google werkelijk een zuiver CIA-instrument is, is natuurlijk iets anders.
Zo kunnen we op arstechnica.com een alternatieve uitleg voor dit verhaal vinden waarbij men zo'n linken afdoet als te flauwe aanwijzingen voor een daadwerkelijke samenwerking dan wel de oorsprong van zo'n digitale data-instrumenten.
Alleen gaat het bij die laatste wel over Facebook. En vinden we hetzelfde In-Q-Tel terug. Het lijkt trouwens sterk dat instituten als CIA, NSA en dergelijke niet zouden geïnteresseerd zijn in de schatten aan informatie die voorradig zijn. Is het dan heel vergezocht dat zo'n diensten maar al te graag zo'n bedrijven zouden helpen als ze er zelf beter van worden? Bij gebrek aan smoking gun blijft het bij speculatie. Maar dan wel van het soort dat ons aan het denken zou moeten zetten.
Ongekend is onbemind, niet onbemand
De sterkte van het anonieme internet is dat we ons veiliger wanen. Het is de reden waarom mensen dingen durven schrijven die ze in het dagelijks leven waarschijnlijk nooit zouden vertellen. Gruwelijke verwijten. Bijtende kritiek. En ook heel persoonlijke informatie.
We schrijven het in een vakje zonder er al te veel vragen bij te stellen. Zonder ooit maar na te denken wie of wat die informatie leest of verzamelt. Het is de illusie van het internet en computers dat het allemaal anoniem lijkt te maken. Data gaat in een vakje. Niet in een systeem dat continu kan geraadpleegd worden door... Ja. Door wie?
Maar wat maakt het uit? Als je niets te verbergen hebt, is er toch geen probleem? Toch?
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.
Gebaseerd op een werk op vuurvandewolf.weebly.com.
Extra:
Big Data: Big Data Commerce vs Big Data Science
Geweldig interessant interview met Jaron Lanier die praat over Big Data en de verschillende aspecten op zowel wetenschappelijk als commercieel vlak.