De wereld is een grote plek. Een gigantisch grote plek. En in die gigantisch grote plek gebeurt heel veel. Gigantisch veel zelfs. Elektronenwolken versmelten met andere elektronenwolken en vormen zo een nieuwe molecuulverbinding in een ijslaag op Saturnus' maan Titan. In een Chinees dorp vlakbij de Mongoolse grens verliest een man onder het oog van zijn mededorpelingen zich in een traditionele dans der elementen die zijn vader hem aangeleerd had vlak voor zijn negende winter. En in een lichtelijk chaotische living tokkelt iemand op zijn azerty-keyboard het begin van een nieuwe blogtekst.
Kennis is macht. Dat is althans het spreekwoord (toch in niet-Orwelliaanse werelden) maar in hoeverre is dat wel zo? Wat bedoelen we met kennis? Als kennis gewoon weten is, informatie die je verzamelt doorheen de dagen op deze planeet, feitjes en trivialiteiten die zich ergens in een hersensynaps schuildhouden tot de dag dat je hem eindelijk kan aanvuren voor de plaatselijke parochiekwis,.... wel... is kennis dan wel macht? Waarbij macht iets meer is dan de macht over een goedkope fles wijn die als prijs wordt uitgereikt voor al dat harde kwislabeur.
Mediale vormen
The medium is the message - Marshall McLuhan
Met media bedoelen we vaak alle instrumenten waarmee de actualiteit tot bij ons gebracht wordt. Het laatste nieuws dat vlijtig wordt neergepend door vlotte journalisten en ons dient te informeren over wat gebeurd is. Op onze gigantisch grote plek. Met een voorkeur voor hetgeen wat ons meer aanbelangt. Of wat sensationeel is. En wat verkoopt.
Als we zeggen dat media het meervoud is van medium zeggen we niks bijzonders. Maar toch kan het ons een inzicht verlenen in onze media. Hoe ze werken of zouden moeten/kunnen werken bijvoorbeeld. Of wat media nu eigenlijk is of haar functie. Een medium is gewoon een middel, een orgaan dat iets overbrengt. In paranormale kringen is het medium die ietwat wereldvreemde persoon die als spreekbuis dient voor je dode grootmoeder (alsof die niks beter te doen heeft in haar afterlife) In oude tijden was er de stadsomproeper (of belleman) die berichtgeving van algemeen nut overbracht op de bevolking. Perkamenten en rollen waren literaire vormen van media. De boekdrukkunst gaf de mogelijkheid tot massamedia via de eerste kranten en televisie veranderde alle huiskamers in leefomgevingen waar koning televisie een centrale plek toebedeeld kreeg als hét medium bij uitstek.
Al deze media zijn een vorm van kennisoverdracht. En zijn dus louter functioneel. Uiteindelijk gaat het hem om de kennis, niet om de vorm. Wel, dat is net wat we in deze blog proberen aan te kaarten. Dat de vorm ons meer beïnvloedt dan we wel denken en dat nieuwe vormen indringende gevolgen kunnen hebben in onze maatschappij. Dat gaat in zijn zuiverste vorm over de logistieke gevolgen (een stadsomproeper zal tenzij hij over 'rain man'-capaciteiten beschikt minder informatie overbrengen dan een krant) en in een ruimere vorm over belangen die spelen en onderhuidse karakteristieken of krachten van het desbetreffend medium.
De stadsomroeper werd betaald door de stadshouders en vermeldde wat die stadshouders wilden. Een krantenjournalist van het parochieblad zal zich niet kunnen uitleven in blasfemische scheldtirades. Want de heer kijkt mee over zijn schouder. En ook - nog belangrijker - zijn broodheer.
Een van de bekendere voorbeelden van de invloed van vorm op inhoud is de Amerikaanse presidentsverkiezing tussen Richard Nixon en John F. Kennedy. In het allereerste politiek debat dat door middel van het televisiemodel werd overgebracht naar de Amerikaanse huiskamers werd dit heel duidelijk naar voor gebracht. Wanneer na het debat aan mensen die enkel via de radio gevolgd hadden werd gevraagd wie het debat had 'gewonnen' was het oordeel gelijk verspreid tussen beide kandidaten. Gevraagd aan televisiekijkers won JFK afgetekend. Niet alleen geeft dit verschil in waardering van kijkers en luisteraars aan dat de jongere JFK beter in beeld kwam en zich meer had aangepast aan het nieuwe medium, maar ook dat het visueel medium televisie een grotere waarde geeft aan esthetiek en dus een kleinere waarde aan inhoud. Als we de vormen vergelijken kunnen we zeggen dat hoe visueler een medium is, hoe subjectiever en minder afstandelijk onze kijk op informatie is. Niet dat er bij literaire modellen geen esthetiek is, maar het is op geen enkele manier te vergelijken met het belang van het visuele imago (het is geen toeval dat het woord imago al verwijst naar het beeldende aspect) Meer over de invloed van het beeld in media in de documentaire Consuming Images onderaan bij de extra's.
(ps: de link is het lezen waard. Al was het maar om de lichtelijk geniale term 'imagebuilding-enfant-la-lettre' van onze Franssprekende noorderburen)
Vers nieuws
In tijden vooraleer er technologie was als satellieten of zelfs een telegraaf bereikte nieuws maar mondjesmaat de verre uithoeken van de rest van de wereld. In die tijd kon informatie bezinken, geplaatst worden in een context en weloverwogen overgebracht worden naar kennislustigen. Of toch in ideale zin.
Met de komst van de telegraaf veranderde die realiteit echter. De laatste nieuwtjes suisden via de telegraafkabels over het land en deze werden dan ook gebruikt om de meest succulent verse informatie door te sturen. Geen onhandig trage grapevines of boodschappers te paard meer. Enkel nog de korte en lange bieps die de laatste prijzen van scholvissen, bruinkool en andere waardevolle feiten van West naar Oost en Noord naar Zuid brachten. Neil Postman beschrijft deze overgang in zijn boek Amusing Ourselves to Death op een heel treffende manier.
This idea -that there is a content called "the news of the day"- was entirely created by the telegraph (and since amplified by newer media), which made it possible to move decontextualized information over vast spaces at incredible speed. The news of the day is a figment of our technological imagination. It is, quite precisely, a media event. We attend to fragments of events from all over the world because we have multiple media whose forms are well suited to fragmented conversation. Cultures without speed-of-light media -let us say, cultures in which smoke signals are the most efficient space-conquering tool available- do not have news of the day. Without a medium to create its form, the news of the day does not exist.
...
“A book is an attempt to make through permanent and to contribute to the great conversation conducted by authors of the past.
...
The telegraph is suited only to the flashing of messages, each to be quickly replaced by a more up-to-date message. Facts push other facts into and then out of consciousness at speeds that neither permit nor require evaluation.
In datzelfde boek ziet hij deze technologische verandering een maatschappij dusdanig beïnvloeden dat deze decontextualiseert. Kwissen en kruiswoordraadsels worden een populaire bezigheid omdat het mensen toelaat het overaanbod van losse kennis te gebruiken. Feitjes en weetjes die je tot slimste mens ter wereld kunnen maken (toch in Vlaams tv-land) maar je voor de rest hoegenaamd niet vooruit helpen. Het boek is een absolute aanrader en te vinden in de betere bibliotheken en literaire webplekken van het internet. Hoewel het eerder toespitst op de invloed van het televisie-medium (en zijn neiging tot entertainment) op de Amerikaanse cultuur (met bijvoorbeeld een hoofdstuk over tv-evangelisme, iets wat wij niet echt kennen) gaat Postman ook ruimer in op de geschiedenis van nieuws, media en de wisselwerking tussen technologie en cultuur.
Het is uiteraard niet allemaal kommer en kwel. Het telegraaf-vers-nieuws-model is een vloek én een zegen. Vlug op de bal kunnen spelen kan op sommige momenten het verschil maken. Het juiste stukje kennis kan er net voor zorgen dat je een actie neemt of net laakt. Maar de zegen heeft dus ook een keerzijde. Niet alleen krijgen we een toestroom van vers nieuws te verwerken, de media zijn in die mate gestructureerd dat ze elke dag opnieuw evenveel bladzijden en minuten dienen te vullen. Of dat nu een dag is met veel 'nieuws' of niet. Het beest hongert naar inhoud. Vers. Nieuw. Meer. Nog. Kwaliteit wordt in zo'n model minder belangrijk. En dan is het logisch dat er steeds minder tijd is om te fact-checken, te contextualiseren, te onderzoeken,...Datastromen van informatie bereiken ons steeds vlugger met een steeds geringere kracht van de metaforische 'virusscanner' of 'firewall' (vb. onderzoeksjournalisten, kritisch denken van individu in kwestie,...)
De invloed van 'vers nieuws' en eerste scoops is dan ook een continue kracht die iedereen richting snelheid drukt en weg van kwaliteit, betekenis en context. Niet dat die onmogelijk zijn, maar dan is dit eerder omwille van een bewuste tegenbeweging van de personen in kwestie dan een natuurlijk voortvloeisel van de inhoudelijk karakteristiek van het soort media en het telegraaf-vers-nieuws-model.
Niet alleen de snelheid heeft zijn invloed. Ook de neiging van het visuele medium dat televisie is tot entertainment (geen talking heads die een uur inhoudelijk babbelen maar vlugge beeldenopvolging, mooie kleuren en esthetiek,...) geeft een soortgelijke druk op inhoud zoals we al konden merken bij het Kennedy-Nixon voorbeeld. Volgende passage komt nog maar eens uit Amusing Ourselves to Death:
“In America, everyone is entitled to an opinion, and it is certainly useful to have a few when a pollster shows up. But these are opinions of a quite different order from eighteenth- or nineteenth-century opinions. It is probably more accurate to call them emotions rather than opinions, which would account for the fact that they change from week to week, as the pollsters tell us. What is happening here is that television is altering the meaning of 'being informed' by creating a species of information that might properly be called disinformation. I am using this world almost in the precise sense in which it is used by spies in the CIA or KGB. Disinformation does not mean false information. It means misleading information--misplaced, irrelevant, fragmented or superficial information--information that creates the illusion of knowing something but which in fact leads one away from knowing. In saying this, I do not mean to imply that television news deliberately aims to deprive Americans of a coherent, contextual understanding of their world. I mean to say that when news is packaged as entertainment, that is the inevitable result. And in saying that the television news show entertains but does not inform, I am saying something far more serious than that we are being deprived of authentic information. I am saying we are losing our sense of what it means to be well informed. Ignorance is always correctable. But what shall we do if we take ignorance to be knowledge?”
Nieuw en.... beter?
Mediale vormen
The medium is the message - Marshall McLuhan
Met media bedoelen we vaak alle instrumenten waarmee de actualiteit tot bij ons gebracht wordt. Het laatste nieuws dat vlijtig wordt neergepend door vlotte journalisten en ons dient te informeren over wat gebeurd is. Op onze gigantisch grote plek. Met een voorkeur voor hetgeen wat ons meer aanbelangt. Of wat sensationeel is. En wat verkoopt.
Als we zeggen dat media het meervoud is van medium zeggen we niks bijzonders. Maar toch kan het ons een inzicht verlenen in onze media. Hoe ze werken of zouden moeten/kunnen werken bijvoorbeeld. Of wat media nu eigenlijk is of haar functie. Een medium is gewoon een middel, een orgaan dat iets overbrengt. In paranormale kringen is het medium die ietwat wereldvreemde persoon die als spreekbuis dient voor je dode grootmoeder (alsof die niks beter te doen heeft in haar afterlife) In oude tijden was er de stadsomproeper (of belleman) die berichtgeving van algemeen nut overbracht op de bevolking. Perkamenten en rollen waren literaire vormen van media. De boekdrukkunst gaf de mogelijkheid tot massamedia via de eerste kranten en televisie veranderde alle huiskamers in leefomgevingen waar koning televisie een centrale plek toebedeeld kreeg als hét medium bij uitstek.
Al deze media zijn een vorm van kennisoverdracht. En zijn dus louter functioneel. Uiteindelijk gaat het hem om de kennis, niet om de vorm. Wel, dat is net wat we in deze blog proberen aan te kaarten. Dat de vorm ons meer beïnvloedt dan we wel denken en dat nieuwe vormen indringende gevolgen kunnen hebben in onze maatschappij. Dat gaat in zijn zuiverste vorm over de logistieke gevolgen (een stadsomproeper zal tenzij hij over 'rain man'-capaciteiten beschikt minder informatie overbrengen dan een krant) en in een ruimere vorm over belangen die spelen en onderhuidse karakteristieken of krachten van het desbetreffend medium.
De stadsomroeper werd betaald door de stadshouders en vermeldde wat die stadshouders wilden. Een krantenjournalist van het parochieblad zal zich niet kunnen uitleven in blasfemische scheldtirades. Want de heer kijkt mee over zijn schouder. En ook - nog belangrijker - zijn broodheer.
Een van de bekendere voorbeelden van de invloed van vorm op inhoud is de Amerikaanse presidentsverkiezing tussen Richard Nixon en John F. Kennedy. In het allereerste politiek debat dat door middel van het televisiemodel werd overgebracht naar de Amerikaanse huiskamers werd dit heel duidelijk naar voor gebracht. Wanneer na het debat aan mensen die enkel via de radio gevolgd hadden werd gevraagd wie het debat had 'gewonnen' was het oordeel gelijk verspreid tussen beide kandidaten. Gevraagd aan televisiekijkers won JFK afgetekend. Niet alleen geeft dit verschil in waardering van kijkers en luisteraars aan dat de jongere JFK beter in beeld kwam en zich meer had aangepast aan het nieuwe medium, maar ook dat het visueel medium televisie een grotere waarde geeft aan esthetiek en dus een kleinere waarde aan inhoud. Als we de vormen vergelijken kunnen we zeggen dat hoe visueler een medium is, hoe subjectiever en minder afstandelijk onze kijk op informatie is. Niet dat er bij literaire modellen geen esthetiek is, maar het is op geen enkele manier te vergelijken met het belang van het visuele imago (het is geen toeval dat het woord imago al verwijst naar het beeldende aspect) Meer over de invloed van het beeld in media in de documentaire Consuming Images onderaan bij de extra's.
(ps: de link is het lezen waard. Al was het maar om de lichtelijk geniale term 'imagebuilding-enfant-la-lettre' van onze Franssprekende noorderburen)
Vers nieuws
In tijden vooraleer er technologie was als satellieten of zelfs een telegraaf bereikte nieuws maar mondjesmaat de verre uithoeken van de rest van de wereld. In die tijd kon informatie bezinken, geplaatst worden in een context en weloverwogen overgebracht worden naar kennislustigen. Of toch in ideale zin.
Met de komst van de telegraaf veranderde die realiteit echter. De laatste nieuwtjes suisden via de telegraafkabels over het land en deze werden dan ook gebruikt om de meest succulent verse informatie door te sturen. Geen onhandig trage grapevines of boodschappers te paard meer. Enkel nog de korte en lange bieps die de laatste prijzen van scholvissen, bruinkool en andere waardevolle feiten van West naar Oost en Noord naar Zuid brachten. Neil Postman beschrijft deze overgang in zijn boek Amusing Ourselves to Death op een heel treffende manier.
This idea -that there is a content called "the news of the day"- was entirely created by the telegraph (and since amplified by newer media), which made it possible to move decontextualized information over vast spaces at incredible speed. The news of the day is a figment of our technological imagination. It is, quite precisely, a media event. We attend to fragments of events from all over the world because we have multiple media whose forms are well suited to fragmented conversation. Cultures without speed-of-light media -let us say, cultures in which smoke signals are the most efficient space-conquering tool available- do not have news of the day. Without a medium to create its form, the news of the day does not exist.
...
“A book is an attempt to make through permanent and to contribute to the great conversation conducted by authors of the past.
...
The telegraph is suited only to the flashing of messages, each to be quickly replaced by a more up-to-date message. Facts push other facts into and then out of consciousness at speeds that neither permit nor require evaluation.
In datzelfde boek ziet hij deze technologische verandering een maatschappij dusdanig beïnvloeden dat deze decontextualiseert. Kwissen en kruiswoordraadsels worden een populaire bezigheid omdat het mensen toelaat het overaanbod van losse kennis te gebruiken. Feitjes en weetjes die je tot slimste mens ter wereld kunnen maken (toch in Vlaams tv-land) maar je voor de rest hoegenaamd niet vooruit helpen. Het boek is een absolute aanrader en te vinden in de betere bibliotheken en literaire webplekken van het internet. Hoewel het eerder toespitst op de invloed van het televisie-medium (en zijn neiging tot entertainment) op de Amerikaanse cultuur (met bijvoorbeeld een hoofdstuk over tv-evangelisme, iets wat wij niet echt kennen) gaat Postman ook ruimer in op de geschiedenis van nieuws, media en de wisselwerking tussen technologie en cultuur.
Het is uiteraard niet allemaal kommer en kwel. Het telegraaf-vers-nieuws-model is een vloek én een zegen. Vlug op de bal kunnen spelen kan op sommige momenten het verschil maken. Het juiste stukje kennis kan er net voor zorgen dat je een actie neemt of net laakt. Maar de zegen heeft dus ook een keerzijde. Niet alleen krijgen we een toestroom van vers nieuws te verwerken, de media zijn in die mate gestructureerd dat ze elke dag opnieuw evenveel bladzijden en minuten dienen te vullen. Of dat nu een dag is met veel 'nieuws' of niet. Het beest hongert naar inhoud. Vers. Nieuw. Meer. Nog. Kwaliteit wordt in zo'n model minder belangrijk. En dan is het logisch dat er steeds minder tijd is om te fact-checken, te contextualiseren, te onderzoeken,...Datastromen van informatie bereiken ons steeds vlugger met een steeds geringere kracht van de metaforische 'virusscanner' of 'firewall' (vb. onderzoeksjournalisten, kritisch denken van individu in kwestie,...)
De invloed van 'vers nieuws' en eerste scoops is dan ook een continue kracht die iedereen richting snelheid drukt en weg van kwaliteit, betekenis en context. Niet dat die onmogelijk zijn, maar dan is dit eerder omwille van een bewuste tegenbeweging van de personen in kwestie dan een natuurlijk voortvloeisel van de inhoudelijk karakteristiek van het soort media en het telegraaf-vers-nieuws-model.
Niet alleen de snelheid heeft zijn invloed. Ook de neiging van het visuele medium dat televisie is tot entertainment (geen talking heads die een uur inhoudelijk babbelen maar vlugge beeldenopvolging, mooie kleuren en esthetiek,...) geeft een soortgelijke druk op inhoud zoals we al konden merken bij het Kennedy-Nixon voorbeeld. Volgende passage komt nog maar eens uit Amusing Ourselves to Death:
“In America, everyone is entitled to an opinion, and it is certainly useful to have a few when a pollster shows up. But these are opinions of a quite different order from eighteenth- or nineteenth-century opinions. It is probably more accurate to call them emotions rather than opinions, which would account for the fact that they change from week to week, as the pollsters tell us. What is happening here is that television is altering the meaning of 'being informed' by creating a species of information that might properly be called disinformation. I am using this world almost in the precise sense in which it is used by spies in the CIA or KGB. Disinformation does not mean false information. It means misleading information--misplaced, irrelevant, fragmented or superficial information--information that creates the illusion of knowing something but which in fact leads one away from knowing. In saying this, I do not mean to imply that television news deliberately aims to deprive Americans of a coherent, contextual understanding of their world. I mean to say that when news is packaged as entertainment, that is the inevitable result. And in saying that the television news show entertains but does not inform, I am saying something far more serious than that we are being deprived of authentic information. I am saying we are losing our sense of what it means to be well informed. Ignorance is always correctable. But what shall we do if we take ignorance to be knowledge?”
Nieuw en.... beter?
Met het internet is er een nieuwe communicatie-technologie ontstaan die ons mogelijk bewustzijn van wat overal gebeurt op elk moment in potentie exponentieel kan doen toenemen. Deze extra snelheid en democratisering van de nieuwsbronnen zorgt ervoor dat we, als we het toelaten, overstelpt worden door informatie en tegelijk verstoken blijven van overkoepelende betekenis. Of zoals Postman het benoemt in bovenstaande video : information-glut of information-meaninglessness.
Het is geen toeval dat kranten steeds meer inzetten op opinie-bijdrages en betekenisgevende stukken. Het krantenmodel moet steeds meer zijn meerdere erkennen tegenover het internet als het over informatieoverdracht gaat. Een snelle update online zwieren gaat dan ook iets vlugger dan een krant drukken. Wil dat zeggen dat kranten gedoemd zijn tot uitsterven? Dat zal mijn inziens afhangen van hoe die zich kan transformeren in onze maatschappij. Een maatschappij waar er ogenschijnlijk steeds meer nadelen zijn voor het krantenmodel (kostprijs, snelheid, ecologisch kost, digitale concurrentie,...)
Misschien ben ik iets te voortvarend met het schrijven van het overlijdensbericht van onze kranten -of op zijn minst het overbrengen naar het rusthuis om stilletjes uit te blussen- maar zoveel telegraafberichten worden er dezer dagen ook niet meer verstuurd. Om maar te zeggen dat oudere technologie soms onherroepelijk opzij geschoven wordt door de nieuwe. Overgangsfases kan je soms pas zien als ze grotendeels voorbij zijn.
Dat wil uiteraard niet zeggen dat de rol of de functie die kranten spelen of speelden niet nog steeds vervuld zal worden. De krant is maar één van enkele media waardoor dit kan gebeuren. Zijn redenen van bestaan zouden kunnen overgenomen worden middels de nieuwe technologie van het web. Die net zoals al zijn illustere voorgangers ook nu omwille van de vorm en de onderliggende karakteristieken van dat medium ons meer zal beïnvloeden dan we wel vermoeden. Een meer gedecentraliseerde vorm, de opkomst van 'burger'-journalisten, digitale technologie tot beïnvloeding van bronmateriaal middels photoshop en andere postproductiemiddelen,... The times they are a-changing. Maar daarover één van de volgende keren ongetwijfeld meer.
Het is geen toeval dat kranten steeds meer inzetten op opinie-bijdrages en betekenisgevende stukken. Het krantenmodel moet steeds meer zijn meerdere erkennen tegenover het internet als het over informatieoverdracht gaat. Een snelle update online zwieren gaat dan ook iets vlugger dan een krant drukken. Wil dat zeggen dat kranten gedoemd zijn tot uitsterven? Dat zal mijn inziens afhangen van hoe die zich kan transformeren in onze maatschappij. Een maatschappij waar er ogenschijnlijk steeds meer nadelen zijn voor het krantenmodel (kostprijs, snelheid, ecologisch kost, digitale concurrentie,...)
Misschien ben ik iets te voortvarend met het schrijven van het overlijdensbericht van onze kranten -of op zijn minst het overbrengen naar het rusthuis om stilletjes uit te blussen- maar zoveel telegraafberichten worden er dezer dagen ook niet meer verstuurd. Om maar te zeggen dat oudere technologie soms onherroepelijk opzij geschoven wordt door de nieuwe. Overgangsfases kan je soms pas zien als ze grotendeels voorbij zijn.
Dat wil uiteraard niet zeggen dat de rol of de functie die kranten spelen of speelden niet nog steeds vervuld zal worden. De krant is maar één van enkele media waardoor dit kan gebeuren. Zijn redenen van bestaan zouden kunnen overgenomen worden middels de nieuwe technologie van het web. Die net zoals al zijn illustere voorgangers ook nu omwille van de vorm en de onderliggende karakteristieken van dat medium ons meer zal beïnvloeden dan we wel vermoeden. Een meer gedecentraliseerde vorm, de opkomst van 'burger'-journalisten, digitale technologie tot beïnvloeding van bronmateriaal middels photoshop en andere postproductiemiddelen,... The times they are a-changing. Maar daarover één van de volgende keren ongetwijfeld meer.
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.
Gebaseerd op een werk op vuurvandewolf.weebly.com.
Extra: