Het internet is een beetje zoals Deadwood. Er wordt af en toe hevig gevloekt, openlijk gevogeld en op tijd en stond iemand - figuurlijk dan - afgemaakt. En jawel, net zoals het Wilde Westen zijn er plekken met een behoorlijke naam. Waar voorname burgers samen met hun godsvruchtige kinderen zich kunnen bezighouden met een welvoegelijk contemplatie over hun zedige leven.
Met als keerzijde dat één straat/click verder die profane vogelaar een kopje kleiner wordt gemaakt (misschien zelfs twee)
Met als keerzijde dat één straat/click verder die profane vogelaar een kopje kleiner wordt gemaakt (misschien zelfs twee)
Het internet is ondanks alle NSA-dragnet-acties een plek met veel vrijheid. Meningen en acties die je nooit of te nimmer op televisie of andere meer gecontroleerde media zal vinden, geraken in grote delen van de wereld zonder al te veel problemen in ip-land. Nu goed, op zich bestaat die vrijheid in principe ook voor de openbare weg, maar er zijn toch wezenlijke verschillen.
Ten eerste zijn er op die publieke plekken enkele nare onGAStvrije boetes en social peer pressures om ons in het gareel te houden. En ten tweede is dit medium van connectiviteit iets heel anders dan de openbare weg. Zijn gigantisch bereik laat ons in principe toe een idee te verspreiden dat van Hong Kong over Bloemfontein tot in Anchorage zal 'gehoord' worden (behoudens staatsgerichte internetcensuur) Probeer dat maar eens op straat te doen. Zonder luidspreker.
Sinds de opkomst van het web 2.0 veranderde de cultuur op het internet - mede door technologische verbeteringen in bandbreedte en software - van een passief tot een interactief gegeven. Het potentieel hiervoor was altijd al inherent aanwezig in de vorm van het medium zelf, maar het duurde even voor de technologie en knowhow voldoende verspreid was om de sluizen open te kunnen zetten. Die indeling van voor en na, vaak gesitueerd in 2001 met de crash van de dotcom-bubbel in Wall Street, is in realiteit net iets minder gedefinieerd zoals het wordt voorgesteld. Ook voordien waren er al pioniers die het interactief potentieel gebruikten en vandaag zijn er evengoed gebruikers zijn die enkel maar 'afnemer' zijn. Maar toch is er met die evolutie iets wezenlijk veranderd.
Toen het internet net de eerste huiskamers binnenkwam was het nieuw en onbekend. Foto's kwamen op je scherm strook per strook en het vervelende geluid van inbellen weerklonk in menige huiskamer. Zoals met elke nieuwe uitvinding of 'revolutie' blijven zo'n wittebroodsweken niet eeuwig duren. De uitgelaten naïviteit van de begindagen kwam dan ook hard terug neer op moeder aarde (de eerder aangehaalde dotcom-bubbel) maar ook de wijdte en invloed van het medium liet steeds meer zijn tweede gezicht zien. Elk voordeel heb zen nadeel.
Ja, iedereen kan in principe zijn zaak of ideeëngoed propageren (vrijheid van meningsuiting) maar handige marketingbureaus of mensen met soortgelijke agenda's kunnen via valse profielen de illusie van een hele hetze of hit creëren. Ja, iedereen kan de pen ter harte nemen en ons een nieuw geluid laten horen, maar het resultaat van al die stemmen kan behoorlijk kakofonisch worden. Ja, kennisverspreiding is nog nooit zo snel gegaan en de mogelijkheid tot archivering is nog nooit zo uitgebreid geweest, maar anderzijds is dit digitaal equivalent van een papieren voorganger veel vluchtiger en dus ook makkelijker te manipuleren (denk maar bv. aan het manipuleren van een digitale film/foto of Amazon die vanop afstand Orwell's boeken 1984 en Animal Farm wiste op mensen hun Kindle)
De virtuele realiteit is wat het beweert te zijn. Virtueel en dus steeds minder gedwongen om zich te houden aan wat 'echt' is. Waardoor je misschien wat wereldvreemdheid kan krijgen (de 'computernerd') Anderzijds is het vooral een smeltpot/experimenteerplek die door zijn gedifferentieerde interconnectiviteit en vluchtige chaos ook leidt tot onvoorzien interessante uitkomsten waarbij bepaalde vastgeroeste waarden in vraag worden gesteld.
My name is nobody
Iedereen zal wel gehoord hebben over Anonymous, de meeste weten ook nog wel dat dit een soort internetgroepering is die af en toe met protest of hackersacties in het nieuws komt. Maar wat de geschiedenis of oorsprong is, wat de basisideeën zijn, of er überhaupt wel zoiets bestaat als een echte groepering,...? Dat is vaak iets onbekend.
We Are Legion: The Story of the Hacktivist gaat dieper in op het verhaal van Anonymous en kadert het in een bredere internetevolutie. Niet alleen het verhaal achter de groep is interessant, maar misschien nog meer wat de invloed van het medium en de internetcultuur was die in de hippere krochten van de subculturen van internetland heersen.
Ten eerste zijn er op die publieke plekken enkele nare onGAStvrije boetes en social peer pressures om ons in het gareel te houden. En ten tweede is dit medium van connectiviteit iets heel anders dan de openbare weg. Zijn gigantisch bereik laat ons in principe toe een idee te verspreiden dat van Hong Kong over Bloemfontein tot in Anchorage zal 'gehoord' worden (behoudens staatsgerichte internetcensuur) Probeer dat maar eens op straat te doen. Zonder luidspreker.
Sinds de opkomst van het web 2.0 veranderde de cultuur op het internet - mede door technologische verbeteringen in bandbreedte en software - van een passief tot een interactief gegeven. Het potentieel hiervoor was altijd al inherent aanwezig in de vorm van het medium zelf, maar het duurde even voor de technologie en knowhow voldoende verspreid was om de sluizen open te kunnen zetten. Die indeling van voor en na, vaak gesitueerd in 2001 met de crash van de dotcom-bubbel in Wall Street, is in realiteit net iets minder gedefinieerd zoals het wordt voorgesteld. Ook voordien waren er al pioniers die het interactief potentieel gebruikten en vandaag zijn er evengoed gebruikers zijn die enkel maar 'afnemer' zijn. Maar toch is er met die evolutie iets wezenlijk veranderd.
Toen het internet net de eerste huiskamers binnenkwam was het nieuw en onbekend. Foto's kwamen op je scherm strook per strook en het vervelende geluid van inbellen weerklonk in menige huiskamer. Zoals met elke nieuwe uitvinding of 'revolutie' blijven zo'n wittebroodsweken niet eeuwig duren. De uitgelaten naïviteit van de begindagen kwam dan ook hard terug neer op moeder aarde (de eerder aangehaalde dotcom-bubbel) maar ook de wijdte en invloed van het medium liet steeds meer zijn tweede gezicht zien. Elk voordeel heb zen nadeel.
Ja, iedereen kan in principe zijn zaak of ideeëngoed propageren (vrijheid van meningsuiting) maar handige marketingbureaus of mensen met soortgelijke agenda's kunnen via valse profielen de illusie van een hele hetze of hit creëren. Ja, iedereen kan de pen ter harte nemen en ons een nieuw geluid laten horen, maar het resultaat van al die stemmen kan behoorlijk kakofonisch worden. Ja, kennisverspreiding is nog nooit zo snel gegaan en de mogelijkheid tot archivering is nog nooit zo uitgebreid geweest, maar anderzijds is dit digitaal equivalent van een papieren voorganger veel vluchtiger en dus ook makkelijker te manipuleren (denk maar bv. aan het manipuleren van een digitale film/foto of Amazon die vanop afstand Orwell's boeken 1984 en Animal Farm wiste op mensen hun Kindle)
De virtuele realiteit is wat het beweert te zijn. Virtueel en dus steeds minder gedwongen om zich te houden aan wat 'echt' is. Waardoor je misschien wat wereldvreemdheid kan krijgen (de 'computernerd') Anderzijds is het vooral een smeltpot/experimenteerplek die door zijn gedifferentieerde interconnectiviteit en vluchtige chaos ook leidt tot onvoorzien interessante uitkomsten waarbij bepaalde vastgeroeste waarden in vraag worden gesteld.
My name is nobody
Iedereen zal wel gehoord hebben over Anonymous, de meeste weten ook nog wel dat dit een soort internetgroepering is die af en toe met protest of hackersacties in het nieuws komt. Maar wat de geschiedenis of oorsprong is, wat de basisideeën zijn, of er überhaupt wel zoiets bestaat als een echte groepering,...? Dat is vaak iets onbekend.
We Are Legion: The Story of the Hacktivist gaat dieper in op het verhaal van Anonymous en kadert het in een bredere internetevolutie. Niet alleen het verhaal achter de groep is interessant, maar misschien nog meer wat de invloed van het medium en de internetcultuur was die in de hippere krochten van de subculturen van internetland heersen.
Er zit een interessante paradox in deze mix van puberale kwajongensmentaliteit en jeugdig anarchisme. Vanuit de rooms van het 4chan /b/-board, waar de cultuur eerder nihilistisch was en men alles deed voor de lulz, kwam die anonieme internetgemeenschap stap voor stap in een andere realiteit terecht. Hierbij werden ze zich steeds meer bewust van een ongekende macht die een groep met basisprincipes - hoe vaag of caleidoscopisch ze ook is - kan zitten. Iets waar je misschien wel gelijkenissen met vakbondsbewegingen of burgerrechtenbewegingen kan zien. Weinig mensen worden geboren met politiek idealisme en raken hier vaak bij betrokken omwille van ervaringen, kennissen,... Het gevoel dat door samen te werken men zich kan afzetten tegen de kwalijkste vormen van de overheersende machtscultuur heeft iets aantrekkelijk. Waardoor iets wat oorspronkelijk baadde in chaotisch nihilisme zichzelf uiteindelijk kon overstijgen en kon komen tot iets nieuws: hacktivism.
Die tweedeling tussen 'chaos for the hell of it' en 'hacktivists with a mission' zorgt uiteraard voor problemen. Zonder die anarchistische chaos had je waarschijnlijk niet dezelfde genererende dynamiek gehad. Zonder uitgesproken doelen zou zo'n dynamiek enkel in chaos uitgemond zijn of een stille dood gestorven zijn in de internetsubcultuur.
De sterke punten lijken ook de zwakke. Anonymous is geen groep, maar een idee. Niemand is echt lid van Anonymous, maar onderschrijft dit vaag idee. Of een deel ervan. Waardoor de ene persoon meedoet aan actie X maar niet aan Y. De ideologie is vaag maar tegelijk bevat ze ook een gedecideerde kijk op internetvrijheid en vrijheid van informatie. Iedereen heeft het recht om vrij iets te uiten. Aangezien het 'idee' Anonymous ageert zoals een vrij leiderloos collectief kan iedereen de vlag verder dragen. Een leider die uitgeschakeld wordt zal niet direct de andere mensen van het 'idee' meesleuren in zijn val (denk bijvoorbeeld aan Martin Luther King) De keerzijde van de medaille is dat die vlag uiteraard ook makkelijk gedragen kan worden door mensen met een andere agenda. Welke bedoelingen die mensen ook hebben.
Wat mijns inziens de onderliggende teneur lijkt te zijn, is dat een deel van de internetcultuur in aanvaring komt met de officiële ethiek, waarden en machtsstructuren van de heersende cultuur. Waardoor die internetcultuur - hier bij monde van Anonymous - tot politieke actie kwam.
Ideeën zijn vrij
Het hoeft niet te verwonderen dat in een internetcultuur waar mensen een anarchistische insteek hebben en 'op een vrije manier informatie' willen bekijken zonder schotten die dit verhinderen, het intellectuele eigendomsrecht onder vuur komt te liggen. Van torrents, wetransfer tot peer-to-peer netwerken: de mogelijkheden tot het delen van informatie, muziek, films, e-boeken,... zijn ondertussen meer en meer gedemocratiseerd bij de bevolking. Waar het initieel de computernerds waren, lijkt de schroom en het afkerige gevoel van het nieuw onbekende - dat oorspronkelijk altijd speelt - verdwenen te zijn. De tijd van drempelvrees lijkt voorbij. En niet alleen omdat mensen opgroeien met internet. Ook de leeftijd lijkt steeds minder een probleem op dat vlak. Natuurlijk ligt het leeuwendeel van zo'n share-activiteiten bij mensen die opgegroeid zijn met de internettechnologie en vooral cultuur, maar persoonlijk ken ik genoeg 60+'ers die een voor hen werkzame basis van het torrent-delen onder de knie hebben.
De bekendste onder deze systemen is het Zweedse The Pirate Bay dat recent nogin het nieuws kwam omdat het ondanks steeds meer tegenstand en road blocks nog altijd groeit. De documentaire TPB AFK gaat dieper in op de mensen achter The Pirate Bay waarbij ze gevolgd werden tijdens het gerechtelijk proces dat tegen de oprichters gevoerd werd.
Die tweedeling tussen 'chaos for the hell of it' en 'hacktivists with a mission' zorgt uiteraard voor problemen. Zonder die anarchistische chaos had je waarschijnlijk niet dezelfde genererende dynamiek gehad. Zonder uitgesproken doelen zou zo'n dynamiek enkel in chaos uitgemond zijn of een stille dood gestorven zijn in de internetsubcultuur.
De sterke punten lijken ook de zwakke. Anonymous is geen groep, maar een idee. Niemand is echt lid van Anonymous, maar onderschrijft dit vaag idee. Of een deel ervan. Waardoor de ene persoon meedoet aan actie X maar niet aan Y. De ideologie is vaag maar tegelijk bevat ze ook een gedecideerde kijk op internetvrijheid en vrijheid van informatie. Iedereen heeft het recht om vrij iets te uiten. Aangezien het 'idee' Anonymous ageert zoals een vrij leiderloos collectief kan iedereen de vlag verder dragen. Een leider die uitgeschakeld wordt zal niet direct de andere mensen van het 'idee' meesleuren in zijn val (denk bijvoorbeeld aan Martin Luther King) De keerzijde van de medaille is dat die vlag uiteraard ook makkelijk gedragen kan worden door mensen met een andere agenda. Welke bedoelingen die mensen ook hebben.
Wat mijns inziens de onderliggende teneur lijkt te zijn, is dat een deel van de internetcultuur in aanvaring komt met de officiële ethiek, waarden en machtsstructuren van de heersende cultuur. Waardoor die internetcultuur - hier bij monde van Anonymous - tot politieke actie kwam.
Ideeën zijn vrij
Het hoeft niet te verwonderen dat in een internetcultuur waar mensen een anarchistische insteek hebben en 'op een vrije manier informatie' willen bekijken zonder schotten die dit verhinderen, het intellectuele eigendomsrecht onder vuur komt te liggen. Van torrents, wetransfer tot peer-to-peer netwerken: de mogelijkheden tot het delen van informatie, muziek, films, e-boeken,... zijn ondertussen meer en meer gedemocratiseerd bij de bevolking. Waar het initieel de computernerds waren, lijkt de schroom en het afkerige gevoel van het nieuw onbekende - dat oorspronkelijk altijd speelt - verdwenen te zijn. De tijd van drempelvrees lijkt voorbij. En niet alleen omdat mensen opgroeien met internet. Ook de leeftijd lijkt steeds minder een probleem op dat vlak. Natuurlijk ligt het leeuwendeel van zo'n share-activiteiten bij mensen die opgegroeid zijn met de internettechnologie en vooral cultuur, maar persoonlijk ken ik genoeg 60+'ers die een voor hen werkzame basis van het torrent-delen onder de knie hebben.
De bekendste onder deze systemen is het Zweedse The Pirate Bay dat recent nogin het nieuws kwam omdat het ondanks steeds meer tegenstand en road blocks nog altijd groeit. De documentaire TPB AFK gaat dieper in op de mensen achter The Pirate Bay waarbij ze gevolgd werden tijdens het gerechtelijk proces dat tegen de oprichters gevoerd werd.
Interessant aan deze documentaire is dat als we ze in juxtapositie plaatsen met de vorige we opnieuw de verschillende stromingen terugvinden in deze internetcultuur. Van mensen die het doen omdat het leuk is en zich willen uitleven in hun technisch 'meesterschap' dat ze in de vingers hebben tot mensen die er politieke implicaties uit trekken en proberen vaandeldragers te zijn van zo'n internetgemeenschap.
Een belangrijke ondertoon lijkt weer over vrijheid te gaan. Niet dat de meeste gebruikers van torrents dit beseffen wanneer ze iets downloaden, maar ook dit aspect toont aan dat de internetcultuur clasht met een belangrijk onderdeel van de cultuur van de machtssystemen nl. het auteursrecht. Uiteraard hoeven we niet hypocriet te doen. Als iemand enkel iets kopieert omdat hij er winst kan uithalen en daardoor iemand anders dwarsboomt, zullen de meeste mensen denken dat zoiets beschermd dient te worden. Maar wie wordt hier beschermd? De creatieve bedenkers van bijvoorbeeld een film? Of de grote productiebedrijven die het auteursrecht vanuit hun machtspositie opeisen? De uitvinder die na 10 jaar zwoegen iets innovatief ter wereld kan brengen? Of zijn bedrijf dat dit alles patenteert en weghoudt van de markt omdat het meer geld opbrengt en hun monopoly-positie ondersteunt? En wat is nu eigenlijk de innovatie? Vaak bouw je toch verder op iets anders?
Er zijn veel gezichten aan intellectuele eigendom. Voor het publiek wordt vaak de kant getoond van de hardzwoegende artiest of wetenschapper die zonder auteursrecht niet in staat zou zijn om te leven en verdere creatieve of innovatieve arbeid te verrichten. In de praktijk zien we dat auteursrecht big business is waarbij van die ideale voorstelling steeds minder overblijft dan voorgesteld wordt. In theorie zou het vrijheid moeten geven aan 'auteurs' en innovatie ondersteunen ten voordele van het algemeen belang. In de praktijk beknot het net vaak innovatie omdat het schotten opwerkt in elk een interconnectief netwerk (wat meestal net de voorwaarde is voor creativiteit) Ten andere lijken beginnende creatievelingen of werknemers gedoemd hun intellectueel werk opgeslokt te zien worden in de meedogenloze bedrijfsmegalomanie.
Dit is niet de blog om specifiek het proces te maken over auteursrecht, maar de vraag wat het doel is of zou moeten zijn, lijkt zich hier toch te stellen. Wat is intellectuele eigendom? En hoe ver gaat die? Uiteindelijk bestaat innovatie net uit het gebruiken van bouwstenen die door een ander gemaakt werden. En staat het idee van een leiderloze vrije samenwerking, typisch in internetmiddens, diametraal tegenover het isolerend vanuit de industrie opgebouwd wetsysteem dat we nu hebben.
Een belangrijke ondertoon lijkt weer over vrijheid te gaan. Niet dat de meeste gebruikers van torrents dit beseffen wanneer ze iets downloaden, maar ook dit aspect toont aan dat de internetcultuur clasht met een belangrijk onderdeel van de cultuur van de machtssystemen nl. het auteursrecht. Uiteraard hoeven we niet hypocriet te doen. Als iemand enkel iets kopieert omdat hij er winst kan uithalen en daardoor iemand anders dwarsboomt, zullen de meeste mensen denken dat zoiets beschermd dient te worden. Maar wie wordt hier beschermd? De creatieve bedenkers van bijvoorbeeld een film? Of de grote productiebedrijven die het auteursrecht vanuit hun machtspositie opeisen? De uitvinder die na 10 jaar zwoegen iets innovatief ter wereld kan brengen? Of zijn bedrijf dat dit alles patenteert en weghoudt van de markt omdat het meer geld opbrengt en hun monopoly-positie ondersteunt? En wat is nu eigenlijk de innovatie? Vaak bouw je toch verder op iets anders?
Er zijn veel gezichten aan intellectuele eigendom. Voor het publiek wordt vaak de kant getoond van de hardzwoegende artiest of wetenschapper die zonder auteursrecht niet in staat zou zijn om te leven en verdere creatieve of innovatieve arbeid te verrichten. In de praktijk zien we dat auteursrecht big business is waarbij van die ideale voorstelling steeds minder overblijft dan voorgesteld wordt. In theorie zou het vrijheid moeten geven aan 'auteurs' en innovatie ondersteunen ten voordele van het algemeen belang. In de praktijk beknot het net vaak innovatie omdat het schotten opwerkt in elk een interconnectief netwerk (wat meestal net de voorwaarde is voor creativiteit) Ten andere lijken beginnende creatievelingen of werknemers gedoemd hun intellectueel werk opgeslokt te zien worden in de meedogenloze bedrijfsmegalomanie.
Dit is niet de blog om specifiek het proces te maken over auteursrecht, maar de vraag wat het doel is of zou moeten zijn, lijkt zich hier toch te stellen. Wat is intellectuele eigendom? En hoe ver gaat die? Uiteindelijk bestaat innovatie net uit het gebruiken van bouwstenen die door een ander gemaakt werden. En staat het idee van een leiderloze vrije samenwerking, typisch in internetmiddens, diametraal tegenover het isolerend vanuit de industrie opgebouwd wetsysteem dat we nu hebben.
Free as in freedom, not as in free beer
Dit idee van creativiteit voortkomend uit connectiviteit kent waarschijnlijk geen beter voorbeeld dan het Open Source-idee, typerend voor de idealistische wereld van het internet. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een Windows die zich angstig afschermt van invloed en vooral inkijk van buitenaf, propageren Open Source voorstanders dat de source code van elk programma vrij te bezichtigen moet zijn voor eenieder, wordt er vaak op een non-hiërarchische manier samengewerkt aan projecten en is het net de interconnectieve samenwerking tussen verschillende mensen die voor de sterkte van het product zorgt. Dit hoeft niet noodzakelijk gelijk te staan met kosteloos. Het kan, maar hoeft niet. Richard Stallman is één van de vele open source pioniers die een belangrijke stem is in deze internetcultuur en er een ethos en politiek aan verbind die ingaat tegen het big business model.
Dit idee van creativiteit voortkomend uit connectiviteit kent waarschijnlijk geen beter voorbeeld dan het Open Source-idee, typerend voor de idealistische wereld van het internet. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een Windows die zich angstig afschermt van invloed en vooral inkijk van buitenaf, propageren Open Source voorstanders dat de source code van elk programma vrij te bezichtigen moet zijn voor eenieder, wordt er vaak op een non-hiërarchische manier samengewerkt aan projecten en is het net de interconnectieve samenwerking tussen verschillende mensen die voor de sterkte van het product zorgt. Dit hoeft niet noodzakelijk gelijk te staan met kosteloos. Het kan, maar hoeft niet. Richard Stallman is één van de vele open source pioniers die een belangrijke stem is in deze internetcultuur en er een ethos en politiek aan verbind die ingaat tegen het big business model.
Deze geheel andere benadering of filosofie over hoe onze samenleving zou moeten werken, komt dus ten dele voort uit de internetcultuur en aangezien internet steeds meer ingepast wordt in de hele wereld, komen steeds meer onderdelen in aanraking met die politieke ethos. Waar open source oorspronkelijk enkel over software ging, is het achterliggende idee, dat niet gebonden hoeft te zijn aan die ene sector nu steeds meer opgang aan het maken in andere sectoren.
Zo was er recent in Lille, Frankrijk de fOSSa-conferentie, waar verschillende academici en sprekers die allemaal op hun manier de open source filosofie genegen zijn, een talk gaven over open source netwerken, open source auto's, én als interessantste voorbeeld voor deze reeks open source journalism door de Candese online-journalist James Corbett.
Zo was er recent in Lille, Frankrijk de fOSSa-conferentie, waar verschillende academici en sprekers die allemaal op hun manier de open source filosofie genegen zijn, een talk gaven over open source netwerken, open source auto's, én als interessantste voorbeeld voor deze reeks open source journalism door de Candese online-journalist James Corbett.
En daarmee komen we terug bij de vraag: wat is media? Is het wat wij menen te verstaan onder krantenartikels, nieuwsuitzendingen, radio-verhalen,.... Of is de onderliggende technologie, de manier van distributie het medium. En zijn al die andere dingen enkel emanaties van die technologie?
Waardoor een broadcast-distributie-model zoals televisie sowieso zorgt voor de programma's zoals we ze vandaag nog steeds kennen (alle interactieve rode knoppen ten spijt) Een broadcastmodel waarbij één centrale bron informatie distribueert naar mensen in hun luie zetel en men vanuit die sleutelpositie macht en geld naar zich toe weet te trekken.
Vergelijk dit medium, kijkende naar het onderliggend technologisch aspect, dan eens met het internet waarbij eenieder informatie kan doorgeven aan een ander. Dat kunnen internetmemes zijn, een interessante link, een viral video,.... Iedereen kan iets maken, remixen, distribueren, doorgeven, afnemen,... Het is net dat technologisch model waaruit zaken als open source, het recht op vrije informatie, crowd sourcing, non-hiërarchische samenwerkingen,.... naar voor kwamen.
En gewoon door hun natuurlijke evolutie de machtsposities van de oude garde dreigt te ondergraven. Waardoor die protectionistisch gaan schermen met (on)dingen als SOPA en CISPA. Zonder goed en wel te beseffen dat dit een indijken is van een onderstroom die inherent in de technologie gebakken lijkt te zitten.
Hoera euforie!
Voor wie, na dit alles gelezen te hebben, zou denken dat internet het land van melk en honing is, wil ik graag nog eens Neil Postman parafraseren. New technology is like a Faustian bargain. It giveth and it taketh away.
Ons niet bewust zijn van die realiteit zou de mogelijke positieve zaken volledig kunnen ondersneeuwen. Elk medium heeft zijn schaduwkant en dat is hier niet anders. Het internet is een model en een nieuwe vorm in informatietechnologie. En niet het echte leven. We Live in Public verhaalt het kleurrijke leven van internetpionier Josh Harris, die als visionair, experimenterende internetinnovateur en kunstenaar de donkere kant van internet naar boven wist te brengen. Vrijheid van informatie betekent misschien ook verlies van privacy. En welke richting die tweeledige evolutie dan finaal zal gaan, is nog koffiedik kijken.
Ik zeg het misschien wel vaker, maar deze documentaire is een must see. En gezien de juryprijs die het haalde op het Sundance Festival in 2009 ben ik niet de enige die dit vindt.
Waardoor een broadcast-distributie-model zoals televisie sowieso zorgt voor de programma's zoals we ze vandaag nog steeds kennen (alle interactieve rode knoppen ten spijt) Een broadcastmodel waarbij één centrale bron informatie distribueert naar mensen in hun luie zetel en men vanuit die sleutelpositie macht en geld naar zich toe weet te trekken.
Vergelijk dit medium, kijkende naar het onderliggend technologisch aspect, dan eens met het internet waarbij eenieder informatie kan doorgeven aan een ander. Dat kunnen internetmemes zijn, een interessante link, een viral video,.... Iedereen kan iets maken, remixen, distribueren, doorgeven, afnemen,... Het is net dat technologisch model waaruit zaken als open source, het recht op vrije informatie, crowd sourcing, non-hiërarchische samenwerkingen,.... naar voor kwamen.
En gewoon door hun natuurlijke evolutie de machtsposities van de oude garde dreigt te ondergraven. Waardoor die protectionistisch gaan schermen met (on)dingen als SOPA en CISPA. Zonder goed en wel te beseffen dat dit een indijken is van een onderstroom die inherent in de technologie gebakken lijkt te zitten.
Hoera euforie!
Voor wie, na dit alles gelezen te hebben, zou denken dat internet het land van melk en honing is, wil ik graag nog eens Neil Postman parafraseren. New technology is like a Faustian bargain. It giveth and it taketh away.
Ons niet bewust zijn van die realiteit zou de mogelijke positieve zaken volledig kunnen ondersneeuwen. Elk medium heeft zijn schaduwkant en dat is hier niet anders. Het internet is een model en een nieuwe vorm in informatietechnologie. En niet het echte leven. We Live in Public verhaalt het kleurrijke leven van internetpionier Josh Harris, die als visionair, experimenterende internetinnovateur en kunstenaar de donkere kant van internet naar boven wist te brengen. Vrijheid van informatie betekent misschien ook verlies van privacy. En welke richting die tweeledige evolutie dan finaal zal gaan, is nog koffiedik kijken.
Ik zeg het misschien wel vaker, maar deze documentaire is een must see. En gezien de juryprijs die het haalde op het Sundance Festival in 2009 ben ik niet de enige die dit vindt.
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.
Gebaseerd op een werk op vuurvandewolf.weebly.com.